Om bestuivende insecten naar je tuin te lokken zijn bloeiende bolgewassen ideaal. Bloembollen maken je tuin eenvoudig tot een kleurrijk plaatje.
Je hebt voorjaarsbollen en zomerbollen. Voorjaarsbollen plant je in het najaar en bloeien tussen februari en juni. Zomerbollen plant je in het voorjaar als er geen kans meer is op nachtvorst. Ze bloeien in de zomerperiode.
Je kunt bollen naar wens in de grond stoppen. Toch niet zo tevreden met de plek? Dan graaf je ze in het begin van hun plantseizoen weer uit en plant ze op een andere plek. Bollen zijn niet zo moeilijk! Ze houden alleen niet van vochtige plekken (dan gaan ze rotten). Zoek een plek met goed doorlatende grond en voldoende zonlicht.
Wij raden uiteraard inheemse bloembollen aan. Dit zijn vaak verwilderingsbollen. Voorbeelden hiervan zijn wilde narcis, herfsttijloos, bostulp, bosanemoon, daslook en aronskelk. Zoals je weet doen inheemse soorten het automatische goed en hebben ze weinig onderhoud nodig. Verwilderingsbollen hoef je bovendien niet uit te graven om ze vorstvrij te laten overwinteren. Je laat ze in de grond en het volgende jaar geniet je weer!