Drie tuintips voor oktober en november

Oktober en november zijn het vergeten plantseizoen. De meeste mensen gaan in het voorjaar aan het werk in de tuin. Maar we lijken te vergeten dat juist de herfst bij uitstek een goede tijd is om bloemen en gras in te zaaien en nieuwe planten, heesters en bomen te planten. De bodem is nog lekker warm en toch vochtig, waardoor planten goed kunnen wortelen. Daardoor zijn ze straks in het voorjaar sterk genoeg om de drogere periodes te doorstaan. Ze groeien goed en nemen steeds meer ruimte in waardoor onkruid minder kans krijgt.

Drie tips van ecologisch adviseur Marian van den Beitel voor oktober en november. Het devies: vooral niet te veel doen.

1.     Ruim niet op
Laat gevallen blad lekker liggen in je borders en veeg het ook van je terras en je paden de border in. Dat heeft veel voordelen. Het biedt beschutting voor veel beestjes, van insecten tot egels. Het blad geeft langzaam voeding af aan je bodem. Dat is belangrijk voor het bodemleven zoals de wormen, die de grond los en gezond houden. Ook kleine insecten en schimmeldraden profiteren ervan. Ze werken samen en voorzien planten van voeding in de vorm van suikers.

2. Snoei klimop niet aan de bovenzijde
In november is bloeiende klimop een belangrijke leverancier van nectar voor bijen en zweefvliegen. Veel mensen snoeien het te kort, dan gaat de plant niet bloeien. Laat je klimop aan bovenzijde gewoon gaan, is het advies. Dat geldt ook voor andere uitgebloeide planten. De stengels bieden overwinterende insecten een schuilplaats.

3. Plant in het najaar
Oktober en november zijn uitstekende maanden om bomen, heesters of vaste planten te planten. De bodem is nog warm en al vochtig waardoor ze goed kunnen wortelen. Daardoor kunnen ze straks in het voorjaar beter tegen drogere omstandigheden. Bomen zijn in het najaar voordeliger om aan te schaffen omdat je ze met kale wortel kan kopen. Kies inheems zoals een lijsterbes. Zet ook najaarsbloeiers in je tuin. Zo heb je in de donkere maanden nog kleur in je tuin en bovendien geven de vruchten, besjes en nectar de vogels en insecten te eten.